Gasmaskers van verschillende ontwerpen worden al ongeveer twee eeuwen op grote schaal gebruikt: ze zijn nodig voor specialisten bij het uitvoeren van schadelijk werk in verschillende industrieën, maar ook voor militairen en burgers die zich onder bepaalde omstandigheden op plaatsen bevinden met gas dat gevaarlijk is voor Gezondheid. Ongeacht de ontwerpkenmerken hebben alle gasmaskers één doel: ze voorkomen de dreiging van vergiftiging.
De geschiedenis van het maken van een gasmasker
Tot nu toe is er geen consensus over wie precies moet worden beschouwd als de uitvinder van het gasmasker, omdat de prototypes van dit apparaat al in de Middeleeuwen bekend waren. Tijdens de pestepidemie gebruikten artsen maskers met lange snavels. Deze snavels waren gevuld met geneeskrachtige kruiden. Middeleeuwse artsen geloofden dat dergelijke maskers infectie voorkwamen.
'S Werelds eerste gasmasker, volgens historici, werd in 1847 gemaakt door de Amerikaanse uitvinder Lewis Haslett. Dit voor die tijd unieke apparaat was bedoeld om ongewenste inademing te voorkomen: een vilten filter vangt schadelijke stoffen op, waardoor een persoon kan ademen zonder zijn lichaam te schaden. Het gasmasker, uitgevonden door Haslett, maakte het mogelijk om consequent door de mond of door de neus te ademen wanneer een persoon zich op een plaats bevond waar schadelijke onzuiverheden in de lucht waren.
In de toekomst hebben uitvinders over de hele wereld gewerkt aan het verbeteren van filters om effectievere gasmaskers te maken die onder bepaalde omstandigheden onmisbaar zijn gebleken. In de meeste gevallen werden ze gebruikt om stof en andere kleine deeltjes te filteren om te voorkomen dat ze de luchtwegen binnendringen. Dergelijke gasmaskers konden het menselijk lichaam echter niet beschermen tegen de negatieve effecten van gasvormige toxines.
Het eerste moderne gasmasker werd in 1912 uitgevonden door een zwarte Amerikaan, Garrett Morgan. Het apparaat is ontworpen om ingenieurs en brandweerlieden te beschermen die in een giftige omgeving moeten werken. In 1914 patenteerde de Duitse uitvinder Alexander Drager zijn gasmaskerontwerp in Amerika.
Zelinsky's uitvinding
In 1915 ontwikkelde de Russische wetenschapper Nikolai Dmitrievich Zelinsky het eerste filterende kolengasmasker, dat in 1916 door de Entente-troepen werd aangenomen. Voor het eerst in de geschiedenis werd actieve kool gebruikt als het belangrijkste sorptiemateriaal.
De eerste bestelling voor de door Zelinsky ontwikkelde gasmaskers in een hoeveelheid van 200 duizend stuks werd in het voorjaar van 1916 onder druk van de generale staf gedaan. In grote batches begon het kolengasmasker echter pas in Rusland te worden geproduceerd toen de uitvinding van Zelinsky in Duitsland en Engeland werd geïmplementeerd. En zelfs na zo'n late erkenning kreeg de Russische wetenschapper geen cent voor zijn uitvinding.
