Een organisatie betekent een gemeenschap van mensen verenigd door een gemeenschappelijk idee en doel. Bovendien is de interactie tussen de leden van de groep ondergeschikt aan de managementprincipes en wordt deze bewust gecoördineerd door de topleiding.
De activiteiten van elke organisatie worden beïnvloed door een aantal factoren. Ze kunnen allemaal worden onderverdeeld in twee grote groepen: intern en extern. En als gebeurtenissen, processen, etc. die niet gerelateerd zijn aan de organisatie zelf worden gelijkgesteld aan de eerste categorie, vallen de factoren die daarbinnen zitten (personeel, middelen, processen, organisatiemodel, etc.) in de tweede groep. De interne omgeving kan worden gekarakteriseerd op basis van verschillende variabelen: structuur, doelen en doelstellingen, technologieën, arbeidsverdeling, middelen.
Structuur - het principe van onderlinge verbinding tussen verschillende afdelingen, gegroepeerd volgens een specifiek criterium: sociaal, technisch, management, productie, informatief, regelgevend, enz.
Het doel geeft in feite het bestaan van de organisatie zelf aan. Filosofie vormt de basis van de missie, geeft het belang van het bedrijf aan, zijn sterke punten en zijn ongelijkheid met concurrenten. Als de doelen groot zijn, worden ze voor het gemak opgesplitst in verschillende kleinere taken.
Technologieën - technieken en methoden die worden gebruikt bij de activiteiten van het bedrijf. Het gaat daarbij niet alleen om apparatuur, maar ook om de methoden die worden gebruikt om het resultaat te bereiken. Bijvoorbeeld de technologie van het zoeken naar personeel, het ontwikkelen van een strategie om een nieuwe markt te betreden, het creëren van een product, het aantrekken van consumenten, enz.
De taakverdeling is een van de belangrijkste factoren die de efficiëntie van een organisatie beïnvloeden. Het wordt gekenmerkt door de verdeling van het werk onder het personeel, het kan horizontaal zijn (het uitvoeren van verschillende stadia van hetzelfde proces) en verticaal (interactie tussen management en ondergeschikten).
Middelen - productiemiddelen die nodig zijn voor het organiseren van het arbeidsproces. Ze kunnen van verschillende aard zijn: industrieel, intellectueel, natuurlijk.