Sociaal-psychologische kennis ontstond aan het begin van de beschaving, toen de eerste vormen van collectief leven verschenen. Reeds in vroege religieuze bewegingen gebruikten priesters technieken voor het beheersen van menigten, waarmee ze grote groepen mensen met massastemming besmetten. Vervolgens vormden ideeën over sociaal gedrag de basis van de filosofie. Maar de sociale psychologie kreeg pas aan het begin van de 20e eeuw vorm als onafhankelijke wetenschap.
Het leven van mensen speelt zich op de een of andere manier af in een team. Dit vereist regulering van het gedrag van individuen en groepen, het vermogen om effectief te communiceren en om te gaan met andere leden van de samenleving. Verschillende rituelen, ceremonies en verboden werden van generatie op generatie doorgegeven, met behulp waarvan de samenleving het sociale evenwicht in stand hield. Kennis over de interactiepatronen tussen het individu en de groep kreeg geleidelijk vorm in de sociale filosofie.
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden er verschillende sociale disciplines uit filosofische kennis, die verschillende onderwerpen van studie hadden. Zo ontstonden antropologie, etnologie, sociologie, sociale filosofie en psychologie. Deze disciplines ontstonden en ontwikkelden zich in de algemene hoofdstroom van humanitaire kennis, waarbij de nieuwste gegevens uit de natuurwetenschappen werden geabsorbeerd.
Samen met andere gebieden in de psychologie werd een aparte discipline gevormd, waarbij het gedrag van het individu in grote en kleine groepen centraal stond. In 1908 werden in de Verenigde Staten bijna gelijktijdig drie studieboeken over dit onderwerp gepubliceerd. Er wordt aangenomen dat het in hen was dat de combinatie "sociale psychologie" voor het eerst verscheen.
In 1924 werd het grote programmawerk "Social Psychology" van F. Allport gepubliceerd, dat volgens wetenschapshistorici getuigde van de volledige vorming van een nieuwe psychologische discipline. Dit werk verschilde van eerdere leerboeken in modernere ideeën, dicht bij de bepalingen die de basis vormden van de huidige sociale psychologie.
Sinds het begin van de sociale psychologie werden daarin duidelijk twee takken onderscheiden - sociologisch en psychologisch. Deze twee vooroordelen werden gekenmerkt door verschillende benaderingen om de aard van sociaal-psychologische verschijnselen te begrijpen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd aan deze twee gebieden een interculturele vooringenomenheid toegevoegd, waarvan de aanhangers het probleem van de interactie van culturen centraal stelden in het onderzoek.
In de Sovjetwetenschap was sociale psychologie lange tijd verboden. Het werd beschouwd als een burgerlijke wetenschap, die geen plaats kon hebben in het systeem van de officiële marxistische ideologie. Onder invloed van sociaal-politieke veranderingen in de Sovjetstaat vond er echter een verschuiving plaats in de houding ten opzichte van westerse culturele en wetenschappelijke waarden. In 1966 begon sociale psychologie te worden onderwezen aan de Faculteit der Psychologie van de Leningrad State University.