370 miljoen jaar geleden verdronk een kleine larve in een van de moerassen op het grondgebied van het moderne België. De recente ontdekking van een klein fossiel van ongewervelde dieren door Belgische wetenschappers heeft een enorme leemte in de paleontologie opgevuld.
Het gevonden fossiel van het oudste insect is slechts acht millimeter lang, maar de waarde ervan voor de wetenschappelijke wereld is onmiskenbaar. Voorafgaand aan deze ontdekking hadden onderzoekers van het oude leven praktisch geen overblijfselen van insecten, wat kan worden toegeschreven aan de tijdsperiode tussen het einde van het Devoon en het begin van het Carboon. Daarom werd de kloof tussen 385 en 325 miljoen jaar geleden vaak aangeduid als 'een kloof in de geschiedenis van de zesbenige'.
Deze vondst kreeg de naam Strudiella devonica en werd gedaan in de buurt van de stad Namen, in het centrum van België. Moleculaire analyse van het DNA van het fossiel, uitgevoerd door wetenschappers, bevestigde een al lang bestaande wetenschappelijke veronderstelling: er bestonden bepaalde soorten insecten in het Laat-Devoon.
Over de oudste vertegenwoordigers van de insectenklasse was tot nu toe weinig bekend, aldus de wetenschappers die het onderzoek uitvoerden. Ze hadden in het bijzonder twee kaken - de kaken van insecten uit Schotland, die dateren uit het Devoon. De ouderdom van deze fragmenten is ongeveer vierhonderd miljoen jaar. Dit wordt gevolgd door vondsten die teruggaan tot het Carboon, dat ongeveer 350 miljoen jaar geleden begon. Deze omvatten libellen met een spanwijdte tot 75 centimeter en kakkerlakken ter grootte van een hond. De periode tussen de twee insectendeeltjes die in Schotland zijn gevonden en de ontelbare hordes reuzen, is volgens wetenschappers tot op de dag van vandaag volledig leeg geweest.
De in België gevonden larve heeft geen vleugels, maar wetenschappers zijn er zeker van dat ze hadden moeten groeien als het individu volwassen was. Deze mening wordt ondersteund door de vorm van de kaken - vergelijkbaar met die van moderne sprinkhanen. Waarschijnlijk is Strudiella devonica eigenlijk de larve van een gevleugeld insect. Als dit waar is, kunnen we aannemen dat er een revolutie heeft plaatsgevonden in de wetenschap - de gevonden larve bevestigt dat insecten veel eerder leerden vliegen dan eerdere vondsten getuigden. Maar wetenschappers die zich met dit probleem bezighouden, zijn voorzichtig en haasten zich niet tot conclusies, omdat dergelijke conclusies niet kunnen worden getrokken uit een niet erg goed bewaard gebleven exemplaar.