In de moderne bouw zijn steeds meer diverse architecturale vormen relevant en het ontwerp van gerelateerde servicesystemen, met name ventilatiesystemen, wordt ingewikkelder. Hun directe doel - consumenten van lucht voorzien - moeten ze vervullen in overeenstemming met de hoogste brandveiligheidsnormen.
Bij brand in enig deel van het gebouw verspreiden verbrandingsproducten zich voornamelijk via ventilatieleidingen. Bij branden sterven de meeste mensen niet door hoge temperaturen, maar vooral door gas- en rookmengsels. Daarom is de juiste opstelling van ventilatiesystemen om brand en explosieve situaties te voorkomen van doorslaggevend belang voor het waarborgen van de brandveiligheid. Tijdens bedrijf moet de mogelijkheid van de vorming van gevaarlijke gas-lucht- en stofmengsels die bijdragen aan de verspreiding van vuur en rook worden uitgesloten. Om de brandveiligheid te waarborgen, is het daarom noodzakelijk om strikt en strikt de regels en toleranties na te leven die zijn aangenomen bij het ontwerp, de installatie en de werking van ventilatiesystemen.
Niet verbranden of ontploffen
Het is ook noodzakelijk om rekening te houden met het feit dat om een gevaarlijke situatie te veroorzaken in ventilatiecommunicatie, de concentraties van gassen, verschillende stoffen en stof daarin aanzienlijk lager kunnen zijn dan de drempelwaarde die vereist is voor een brand of explosie. Dit geldt voor acetondampen, benzine, kerosine, koolmonoxide, waterstofsulfide en andere stoffen. In deze gevallen dienen ventilatiecommunicaties als geleiders en verdelers van gevaarlijke gasmengsels. Daarom is het voor brandveiligheidsdoeleinden verboden om met vluchtige schadelijke gassen te werken in gesloten ruimtes die geen natuurlijke ventilatie hebben.
Reinheid is de sleutel tot veiligheid
De bron en oorzaak van brandgevaarlijke situaties kunnen niet alleen de ventilatiesystemen zelf zijn, maar ook hun individuele eenheden, uitrustingselementen. Dit geldt met name voor ruimtes die gevaarlijk zijn in termen van branden en explosies, bijvoorbeeld chemische laboratoria of galvanische werkplaatsen, waaruit vluchtige schadelijke stoffen worden verwijderd via luchtkanalen. De bruikbaarheid van aanverwante apparatuur in ventilatiesystemen in dergelijke faciliteiten moet onder speciale controle staan. Het is bijvoorbeeld voldoende dat elk deeltje in de ventilator komt, wat zorgt voor de doorgang van lucht door de ventilatiesystemen, breuk van de bladen of oververhitting van de as, zelfs een kleine storing van de elektromotor - en een vonk, vuur, explosie, massale afgifte van giftige verbrandingsproducten uit de luchtkanalen kan grote menselijke slachtoffers veroorzaken.
De ophoping van stof in ventilatiekanalen en apparatuur kan tot dezelfde trieste gevolgen leiden, wanneer er een grote kans is op statische elektriciteit en als gevolg daarvan brand. Daarom is reinheid niet alleen een garantie voor gezondheid, maar ook voor veiligheid. Deze regels zijn ook relevant voor het ontwerp en de daaropvolgende werking van airconditioningsystemen, die, als de ventilatie niet is uitgeschakeld, als extra ontstekingsbronnen kunnen dienen.
In het algemeen moeten maatregelen voor brandveiligheid van ventilatiesystemen in twee richtingen worden uitgevoerd: preventie van branden en explosieve situaties, uitsluiting van de verspreiding van verbrandingsproducten in gebouwen en constructies.