Hout is een natuurlijk materiaal van organische oorsprong, dat een hele reeks verschillende eigenschappen heeft. De kwaliteitskenmerken van hout variëren afhankelijk van de soort en verschillende groeiomstandigheden. Om de houtsoort te bepalen, volstaat het om een monster van dit materiaal zorgvuldig te bestuderen.
instructies:
Stap 1
De belangrijkste tekenen voor het bepalen van de houtsoort zijn de breedte van het spint, de aanwezigheid van een pit, verschillende graden van zichtbaarheid van de eenjarige lagen, de scherpte van de overgang van de pit zelf naar het spint, de grootte en aanwezigheid van hart -vormige stralen, de aanwezigheid van harsdoorgangen, hun aantal en grootte, evenals de diameter van de vaten van het hout. Extra functies zijn onder meer glans, kleur, geur, textuur, vorm en aantal knopen.
Stap 2
Bij rijpe boomsoorten als dennen, sparren, beuken en espen, verschilt het centrale deel van de stam duidelijk van het perifere door het laagste vochtgehalte, maar het is bijna onmogelijk om het op kleur te onderscheiden.
Stap 3
De mechanische eigenschappen, en niet alleen het uiterlijk, zijn afhankelijk van de breedte van de jaarringen. Het beste hout onder de coniferen is het hout met de smalste lagen. Grenen met roodachtig hout en smalle eenjarige lagen wordt onder de ertsambachtslieden genoemd en wordt zeer hoog gewaardeerd. Dennen met brede ringen wordt myandova genoemd, maar de sterkte is veel lager dan de vorige.
Stap 4
Als je goed kijkt naar het uiteinde van loofbomen, kun je onderscheid maken tussen donkere of lichte punten, dit zijn de zogenaamde vaten van de boom. In essen, eiken en iepen zijn grote vaten gerangschikt in drie rijen in het vroege houtgebied en vormen ze donkere ringen in elke jaarlijkse laag. Daarom worden dit soort bomen meestal ringvasculair genoemd. Ze zijn van duurzaam en zwaar hout.
Stap 5
Bij espen, berken en linden zijn de vaten nauwelijks te onderscheiden, heel klein. Dit soort bomen wordt diffuus-vasculair genoemd. Appel, esdoorn en berken hebben hard hout. En esp, linde en els hebben een zachte structuur.