In de eerste helft van de negentiende eeuw bestonden er militaire nederzettingen in Rusland. Ze worden beschouwd als het geesteskind van graaf Arakcheev. Dit was een bijzondere manier om het reguliere leger te organiseren, toen de militairen legerdienst moesten combineren met landbouw en ander productief werk.
instructies:
Stap 1
Halverwege het bewind van Alexander I was er behoefte aan hervorming van het Russische leger. De vorming van het leger op basis van rekruteringssets is achterhaald. Tegelijkertijd kon de schatkist de middelen voor gehuurde eenheden niet verhogen. De keizer had soldaten nodig die het vak van oorlog kenden en die snel op het juiste moment konden worden verzameld. Maar in vredestijd moesten deze soldaten voor zichzelf zorgen. Dit was het hoofdidee van het militaire afwikkelingssysteem. Er werd aangenomen dat er gratis fondsen zouden zijn die zouden kunnen worden gebruikt om de boeren te bevrijden zonder de belangen van de landheren te schaden.
Stap 2
De eerste die verscheen was een nederzetting in de provincie Mogilev, waar het Yeletsky musketier-regiment was gestationeerd. De lokale bevolking moest hun huizen vrijmaken voor het leger en naar andere provincies verhuizen, voornamelijk naar het zuiden van het land. Maar het idee werd niet uitgevoerd. De oprichting van de nederzetting begon in 1810 en twee jaar later begon de oorlog met Napoleon.
Stap 3
De actieve oprichting van militaire nederzettingen begon pas in 1825, tijdens het bewind van Nicholas I. Nederzettingen verschenen op plaatsen waar militaire eenheden permanent werden ingezet, voornamelijk op staatsgronden. Infanterie-eenheden bevonden zich in het noorden en westen van het land, cavalerie-eenheden in de zuidelijke provincies.
Stap 4
Het voordeel van het nieuwe organisatiesysteem was dat de lagere legerrangen bij hun families konden wonen, kinderen les konden geven op speciaal daarvoor geopende scholen en militaire wetenschappen konden studeren. Ongehuwde soldaten mochten trouwen met boerinnen van landgoederen die eigendom waren van de schatkist, terwijl de staat een vrij groot bedrag uitkeerde voor het opzetten van een economie. Er mag geen privé-eigendom zijn binnen de grenzen van de nederzettingen. De gronden werden gekocht van landeigenaren.
Stap 5
Het systeem van militaire nederzettingen had een duidelijke structuur. Het opperhoofd was graaf A. A. Arakcheev. Onder hem werd het hoofdkwartier van de militaire nederzettingen opgericht en werd een economisch comité opgericht voor het beheer van de economie. Op de grond waren divisiehoofdkwartieren verantwoordelijk voor militaire nederzettingen. De nederzetting zelf bestond uit enkele tientallen identieke huizen. Huizen werden in één lijn geplaatst. In elk huis woonden vier gezinnen. Twee families bezetten de helft van het huis, ze deelden een gemeenschappelijk huishouden. Het gezin van de onderofficier bezette de helft van het huis. In de nederzetting was een plein met een kapel, een school voor soldatenkinderen (kantonisten), wachtkamers en bewakers. Daar was ook de brandweer gevestigd. Aan het plein waren ateliers gevestigd. Aan de overkant van de enige straat was een boulevard, waar alleen op gelopen werd. Er waren bijgebouwen in de buurt van de huizen.
Stap 6
Het leven in militaire nederzettingen was strikt gereguleerd. Zelfs huishoudelijke artikelen werden gereguleerd door de regels. De geringste overtreding werd bestraft met fysieke straf. De dorpelingen stonden voortdurend onder toezicht van hun superieuren, ook tijdens werk en rust. Niet alleen de dienst van de soldaat was moeilijk, maar ook die van de officier. Van de officieren was niet alleen kennis van militaire wetenschap vereist, maar ook het vermogen om de landbouw te beheren.
Stap 7
In de militaire nederzettingen braken verschillende keren rellen uit. Deze vorm van organisatie van het leger bleek niet effectief, wat zich halverwege de vorige eeuw manifesteerde. JA. Stolypin, die direct na de Krimoorlog de zuidelijke provincies inspecteerde, meldde dat de economie van de nederzettingen volledig in verval was geraakt. Kritiek op de nederzettingen en de militairen die het leger aan het herbouwen waren.