De religieuze sekte, die Jehovah's Getuigen wordt genoemd, promoot actief haar opvattingen onder de bevolking van verschillende landen. Maar zelfs de aanhangers van deze beweging kunnen zelf niet altijd de vraag beantwoorden hoe deze gemeenschap tot stand is gekomen, die hen verenigt die zichzelf beschouwen als ware volgelingen van Jezus Christus.
De geschiedenis van Jehovah's Getuigen begon in de jaren 1870. Rond deze tijd ontstond er in de Verenigde Staten van Amerika een beweging met als doel uitgebreide bijbelstudie. Charles Taze Russell stond aan de wieg van deze religieuze trend.
Russell was al op jonge leeftijd, onder invloed van zijn ouders, geïnteresseerd in kwesties die op de een of andere manier met religie te maken hadden. Opgegroeid in strikt protestantse tradities, toonde de jonge man zich een getalenteerde missionaris. Hij schaamde zich echter voor het standpunt van de traditionele kerk dat zondaars eeuwige pijniging in de hel zouden moeten ondergaan. Kan God, die zoiets toestond, als liefdevol, wijs en rechtvaardig worden beschouwd?
Al in zijn jeugd maakte de toekomstige stichter van een nieuwe religieuze beweging kennis met de leer van adventisten en raakte hij tot op zekere hoogte zelfs onder de invloed ervan. Halverwege de jaren zeventig veranderde Russells wereldbeeld. De reden hiervoor was de profetie van de adventisten dat Jezus Christus al naar een zondige aarde was afgedaald en de levens van mensen gadesloeg, hoewel niemand hem zou herkennen. Het nieuws schrok Russell, die bijna al zijn geld schonk om een adventistisch tijdschrift te steunen.
Om de een of andere reden waren er in het dagelijks leven echter geen tekenen van de langverwachte wederkomst van de Heiland. Nadat hij was afgekoeld tot de ideeën van adventisten, begon Russell zijn eigen religieuze tijdschrift uit te geven, dat De Wachttoren heette. De toekomstige religieuze leider besloot de exacte datum van de komst van Christus zelf te bepalen, waarvoor hij de Bijbel grondig bestudeerde. Een paar jaar later werd zijn werk gepubliceerd, gewijd aan de studie van de Heilige Schrift.
De literaire activiteit van Russell trok gelijkgestemde mensen aan, die de ruggengraat vormden van een nieuwe trend die de status van de samenleving en de rechten van een rechtspersoon kreeg. De Bijbelonderzoekers kozen Russell als hun president. De focus van de toekomstige sekte "Jehovah's Getuigen" was de berekening van de timing van de "laatste dagen", waarvan de leden van het genootschap getuige zouden zijn.
In de eerste jaren van de vorige eeuw was de beweging van Bijbelonderzoekers, geleid door Charles Taze Russell, niet langer een kleine kring van degenen die een religieuze bron bestudeerden en kreeg een internationaal karakter. De organisatie kreeg in 1931 de naam Jehovah's Getuigen. Orthodoxe katholieken, protestanten en vertegenwoordigers van de orthodoxie beschouwen het genootschap van Jehovah's Getuigen als een schadelijke sekte en ketterij, die onderhevig is aan veroordeling en ontworteling.