Een airconditioner is een apparaat om de luchttemperatuur in een kamer te veranderen. Het bestaat uit externe en interne blokken, waardoor een speciale substantie beweegt, die warmte kan verzamelen en afgeven.
De werking van de airconditioner is gebaseerd op een verandering in de aggregatietoestand van een speciale stof onder invloed van temperatuur en druk. Deze stof is meestal freon, dat kan veranderen van een gasvormige toestand in een vloeistof. Om het werkingsprincipe van de airconditioner te begrijpen, moet u eerst vertrouwd raken met het apparaat.
Hoe de airconditioner werkt
Moderne airconditioners zijn uitgerust met een elektronische unit die bediening op afstand mogelijk maakt. Er zijn buiten- en binnenunits. De buitenunit bestaat uit ventilator, condensor, compressor, besturingskaart, vierwegklep, filter. Om de condensor af te blazen is een ventilator nodig. De condensor is een radiator waarin freon wordt gekoeld en gecondenseerd. Als er lucht langs stroomt, warmt het op.
De compressor comprimeert de freon en zorgt voor zijn beweging langs het koelcircuit. In de condensors zit een vierwegklep die de lucht kan verwarmen. Het verandert de bewegingsrichting van freon. De binnenunit begint dan te werken voor verwarming en de buitenunit voor koeling. Het filter bevindt zich voor de compressorinlaat en heeft een beschermende functie. De buitenunit wordt afgesloten met een deksel.
De binnenunit van de airconditioner is het voorpaneel, groffilter, fijnfilters, ventilator, verdamper, besturingskaart, jaloezieën. Lucht stroomt door het voorpaneel. Grof filter - kunststof gaas voor het vasthouden van relatief grote objecten. Fijnfilters verwijderen geuren, fijnstof en bacteriën. De ventilator is ontworpen om gereinigde en verwarmde / gekoelde lucht in de kamer te laten circuleren.
Hoe lucht wordt gekoeld en verwarmd met een airconditioner
Freon warmt op in de verdamper, waarna het verdampt. Wanneer lucht door de verdamper gaat, koelt het af. De lamellen regelen de richting van de luchtstroom en kunnen op afstand worden aangepast. Binnen- en buitenunits zijn verbonden door koperen leidingen. De besturingskaart bevat een elektronica-eenheid met een microprocessor.
De airconditioner zelf produceert geen koude of warmte, hij is bezig met het overbrengen van de kamer naar de straat of omgekeerd. Wanneer freon verdampt, neemt het warmte weg, terwijl het condenseert, het geeft het weer weg. Het condensatieproces is een terugkeer van een gasvormige toestand naar een vloeibare toestand. In de koelmodus verdampt freon in de binnenunit en condenseert in de buitenunit. Bij verhitting gebeurt het tegenovergestelde. Op deze manier wordt warmte overgedragen van de ene omgeving naar de andere.