Het woord landschap komt van het Franse pays, wat "land, gebied" betekent. Een landschap is een afbeelding van de natuur of een locatie. Deze term kan een genre in de beeldende kunst of een apart werk worden genoemd.
instructies:
Stap 1
Al in de Neolithische periode begonnen mensen de natuur af te beelden. Ook in de beschavingen van het Oude Oosten verdwijnt dit genre niet. Alle tekeningen uit die tijd zijn grofweg in te delen in twee groepen. De eerste omvat die waarin een persoon zijn ideeën over de structuur van het universum weerspiegelde. Daarin krijgen het firmament, de windstreken, de zon een algemene betekenis. In "landschappen" van het tweede type was de natuur de achtergrond waartegen belangrijke gebeurtenissen voor een persoon zich afspeelden - jagen, vissen, oorlogen.
Stap 2
Sinds de 13e eeuw ontwikkelt het landschap zich actief in de cultuur van het Oosten. Tegen de 17e eeuw brengen beelden van de natuur een houding over als een speciale magische bol gevuld met ideale sublieme kenmerken. Om dit te benadrukken, gebruikten de kunstenaars pure felle kleuren en decoratieve "platte" composities.
Stap 3
Het landschap werd vooral belangrijk voor de kunst van China. Filosofische ideeën over de wereld werden erin weerspiegeld, dus de schilderijen werden aangevuld met inscripties en individuele elementen werden gevuld met symbolische betekenis (bamboe, pruim, den). Deze trends beïnvloedden de Japanse kunst en werden aangevuld met een bijzonder grafisch en decoratief landschap.
Stap 4
In het Westen begon de natuur tegen die tijd niet alleen te worden geconceptualiseerd als de externe wereld, maar ook als een weerspiegeling van de interne wereld. Het landschap bleef echter meestal, hoewel significant, maar nog steeds een secundair detail van het werk. Tijdens de Renaissance werd het een zelfstandig genre. Eerst in grafische werken (A. Dürer, kunstenaars van de Donauschool), en daarna in de schilderkunst. Bovendien worden noch stedelijke opvattingen, die de verbinding tussen natuur en mens karakteriseren (Italiaanse kunstenaars), noch wilde landschappen, die een steeds grotere omvang krijgen (Duitse en Nederlandse meesters), genegeerd.
Stap 5
In het tijdperk van het classicisme wordt een driezijdige backstage-compositie van het landschap goedgekeurd, en vooral de ethische component ervan wordt belangrijk. Barokkunst benadrukt de spontane kracht van de natuur, terwijl Velasquez, Goyen, Ruisdael en Rembrandt frisheid en luchtigheid in het beeld van de natuur brengen en een licht-luchtperspectief ontwikkelen.
Stap 6
Eind 18e - begin 19e eeuw. het landschap is beïnvloed door de romantiek. Deze trend wordt gekenmerkt door de verwevenheid van toestanden van ziel en natuur, wat tot uiting komt in de schilderijen van die periode. Een gevoelige perceptie van de omringende wereld en de wens om de uniciteit van elk type over te brengen, brachten het landschap naar de periode van realisme, die zich het duidelijkst manifesteerde in de tweede helft van de 19e eeuw. Kunstenaars (K. Corot, G. Courbet, de Barbizon- en Haagse scholen, de Wanderers) verbeelden de eenvoud en natuurlijkheid van de natuur en streven ernaar door zo'n pure en eerlijke reproductie van natuurlijke processen haar innerlijke waardigheid te tonen.
Stap 7
Het landschap werd vooral belangrijk voor de impressionisten, die de levende adem van de natuur en haar veranderlijke staat (zowel in het wild als in de stedelijke omgeving) probeerden vast te leggen en over te brengen. Aan het begin van de 20e eeuw verschenen er echter verschillende nieuwe benaderingen om de natuur weer te geven. P. Cezanne ziet haar als monumentaal, sterk, vrij van menselijke invloed. W. van Gogh - geanimeerd, emotioneel, bijna menselijk tragisch. Aanhangers van symboliek en art nouveau leggen de "bloed"-verbinding tussen mens en moeder aarde vast en weerspiegelen deze met behulp van symbolen, natuurlijke ornamenten, uitwerking van details.
Stap 8
Vertegenwoordigers van modernistische stromingen benadrukken de dynamische spanning van het landschap, vervormen het en brengen het dichter bij de abstracte kunst (P. Klee, V. Kandinsky). De relatie tussen kunstmatig landschap en natuur wordt heroverwogen. Sommige kunstenaars contrasteren de serene vormen van spanning in de stedelijke omgeving. Anderen accentueren het 'anti-natuurlijke' karakter van het industriële landschap en benadrukken de eenzaamheid van de mens daarin. Deze schijnbaar tegengestelde standpunten over de relatie tussen mens en natuur bestaan naast elkaar in het landschapsgenre en creëren een integraal beeld van de omringende wereld.