De betrekkingen tussen Syrië, Turkije en Irak worden steeds gespannener. Conflicten tussen landen hebben al geleid tot de dood van veel mensen en kunnen in de toekomst zelfs als oorzaak van oorlog dienen. De toch al onaangename situatie wordt nog gecompliceerder door de inmenging van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton in de politiek van deze drie staten.
De confrontatie tussen Turkije en Syrië begon vele jaren geleden. Relatief recente crises zijn onder meer het conflict dat zich in 1998 voordeed. Toen stonden Syrië en Turkije op de rand van oorlog doordat de leider van de Koerdische Arbeiderspartij onderdak kreeg in Damascus. Helaas is het Koerdische probleem uiteindelijk nooit opgelost. Op dit moment wonen vertegenwoordigers van dit volk in het zuidoosten van Turkije, het westen van Irak en het noordoosten van Syrië. Hun verlangen om onafhankelijkheid te bereiken en een eigen staat te creëren, verslechterde de betrekkingen tussen deze drie landen sterk.
Het grootste probleem is dat Turkije, in tegenstelling tot zijn buren, zeer vastbesloten is jegens de Koerden en van plan is hun volledige assimilatie met de Turken of vernietiging te bereiken. Syrië daarentegen verhindert dit en Irak heeft de Koerden zelfs een eigen basis gegeven van waaruit volgens de Turkse regering de PKK haar militaire operaties uitvoert. In augustus 2012 beschuldigde de Turkse regering zelfs de Koerden uit Syrië en Irak van het uitvoeren van de aanslagen. Hillary Clinton steunde openlijk het standpunt van Turkije en sprak zelfs haar bereidheid uit om te helpen 'het Syrische probleem aan te pakken'.
Een ander conflict brak uit tussen Turkije en Syrië, toen in 2011 Syrische vluchtelingen, op de vlucht voor repressie door de regering, zich naar een naburige staat haastten. Aanvankelijk boden de Turken humanitaire hulp aan de vluchtelingen, maar toen bleek dat verschillende delen van Syrië onder de heerschappij van de Koerden stonden, veranderde Turkije van standpunt en kondigde zijn regering zelfs de mogelijkheid aan van militaire interventie in de interne politiek van Syrië.
De betrekkingen tussen Turkije en Irak ontwikkelen zich ook niet op de beste manier. In april 2012 werd het conflict duidelijk toen Nuri el-Maliki, de premier van Irak, Turkije officieel tot vijand verklaarde. Eerder stond de Turkse premier Erdogan zichzelf toe om meer terughoudende, zij het niet erg prettige opmerkingen te maken over de Iraakse regering, maar zulke luide uitspraken deed hij niet. Om hun standpunt te benadrukken, hebben de Iraakse autoriteiten de levering van olie aan Turkije stopgezet. En tot slot wordt de situatie nog gecompliceerder door het feit dat het de problemen in Irak zijn die de Turkse regering niet toelaten haar troepen over te dragen en een open militair offensief in Syrië te lanceren.