Socialisatie van een persoon is het proces van het assimileren van kennis, sociale normen en psychologische attitudes die hem in staat stellen succesvol te functioneren in de samenleving. Dit is een fenomeen, zonder welk het onmogelijk is om het leven van elk individu voor te stellen, daarom is het noodzakelijk om de kenmerken van de socialisatie van het individu en zijn stadia te overwegen.
kenmerk
Socialisatie van het individu als fenomeen is de vorming van een persoon onder invloed van sociale omstandigheden en ervaring. In feite is dit de actieve inclusie van het individu in het openbare leven. Dit fenomeen is tweezijdig. Enerzijds omvat het de assimilatie van sociale ervaring door een persoon door zijn omgeving binnen te gaan. Aan de andere kant is het de actieve reproductie van sociale banden door een individu als gevolg van zijn activiteiten. Dat wil zeggen, een persoon assimileert ervaring en laat de sociale omgeving hem beïnvloeden, maar tegelijkertijd oefent hij zelf een steeds succesvollere invloed uit op de omringende samenleving.
De term 'socialisatie' komt overeen met het concept dat gebaseerd is op het feit dat de socialiteit van elke persoon en elk kind wordt gereduceerd tot de behoefte aan communicatie, terwijl de persoonlijkheid in het begin asociaal is. Het blijkt dat de socialisatie van een persoon een fenomeen is waardoor een aanvankelijk asociaal subject verandert in een sociaal persoon die eigenaar is van de normen en gedragsmodellen die in de samenleving worden geaccepteerd.
Stadia van persoonlijkheidssocialisatie
Er zijn vijf hoofdfasen van persoonlijkheidssocialisatie. De eerste fase is de primaire socialisatie, dat wil zeggen de aanpassing van het individu aan de sociale omgeving, vanaf de geboorte tot de adolescentie. Kinderen accepteren sociale ervaringen kritiekloos door imitatie en aanpassing aan de omringende realiteit.
De tweede fase is individualisering. Dit is een fenomeen dat gebaseerd is op de wens om op te vallen. Hier manifesteert zich een kritische houding ten opzichte van sociale normen, een indicatie van iemands eigenheid en een verlangen om zich te onderscheiden.
De derde fase is integratie, dat wil zeggen het verlangen om zichzelf, zijn plaats in de samenleving te vinden. Als de basispersoonlijkheidskenmerken voldoen aan de sociale verwachtingen, wordt integratie als succesvol beschouwd. Als dit niet gebeurt, begint de socialisatie van de persoonlijkheid als fenomeen gebaseerd te zijn op het versterken van agressiviteit, de weigering van het individu van zijn individualiteit en andere negatieve eigenschappen.
De vierde fase wordt arbeid genoemd en wordt als de langste beschouwd, omdat deze de gehele periode van iemands arbeidsactiviteit beslaat. In dit stadium gaat de persoon door met het assimileren van sociale ervaringen en het vertalen ervan naar het sociale leven.
De vijfde fase is activiteit na de bevalling, wanneer een persoon de verzamelde sociale ervaring overdraagt aan de jongere generatie.
Het is te zien dat de socialisatie van een persoon als fenomeen het hele leven van een persoon bestrijkt, waardoor hij een volwaardig lid van de samenleving kan zijn.