Filosofie is een algemene theorie van de hele wereld, een theorie over de plaats van de mens in de wereld. De wetenschap van de filosofie werd ongeveer 2500 jaar geleden gevormd in oosterse landen. Deze wetenschap verwierf meer ontwikkelde vormen in het oude Griekenland.
De filosofie probeerde absoluut alle kennis te omvatten, aangezien individuele wetenschappen geen volledig beeld van de wereld kunnen geven. De belangrijkste vraag van de filosofie - wat is de wereld? Deze vraag wordt in twee richtingen geopenbaard: het filosofische idealisme van Plato en het filosofische materialisme van Democritus. De filosofie probeerde niet alleen de wereld die een persoon omringt te begrijpen en te verklaren, maar ook een persoon rechtstreeks. De wetenschap van de filosofie probeert de resultaten van het cognitieve proces maximaal te generaliseren. Ze verkent de wereld als geheel, niet de wereld als geheel.
Het woord 'filosofie' in het Grieks betekent liefde voor wijsheid. De oude wetenschapper Pythagoras geloofde dat filosofie wijsheid is, en een persoon voelt zich ertoe aangetrokken, houdt ervan. Maar dit concept onthult de inhoud niet.
Filosofie gaat verder dan de term en is een complexe, diverse vorm van menselijke spiritualiteit. Het wordt in verschillende aspecten bekeken. Filosofie die zich bezighoudt met de specifieke kennis van de mensheid over de wereld, helpt mensen de wereld te leren kennen. In sommige gevallen fungeert filosofie als een religie.
De belangrijkste kwestie van de filosofie is de kwestie van de relatie tussen zijn en denken, subjectief en objectief, natuur en geest, fysiek en mentaal, ideaal en materieel, bewustzijn en materie, enz. De hoofdvraag van de filosofie heeft twee kanten: wat is primair en wat is secundair; de waarneembare wereld, of is het menselijk denken in staat de wereld te kennen in de vorm waarin deze in zijn geest wordt gezien, of hoe gedachten over de wereld om een persoon zich tot deze wereld verhouden.
Wat de eerste kant betreft, waren er twee sleutelgebieden: materialisme en idealisme. Volgens het idee van materialisme is de primaire basis van bewustzijn materie, en bewustzijn is secundair aan materie. Idealisten zeggen het tegenovergestelde. Idealisme is ook onderverdeeld in objectief idealisme (geest, bewustzijn bestond eerder, los van de mens - Hegel, Plato) en subjectief idealisme (de basis is individueel menselijk bewustzijn - Mach, Berkeley, Avenarius). Er is iets gemeen tussen subjectief en objectief idealisme met betrekking tot de eerste richting van de kernvraag van de filosofie, namelijk dat ze een idee als basis nemen.
De filosofen uit de oudheid behandelden de tweede kant ook dubbelzinnig. Subjectief idealisme ging uit van het uitgangspunt: de wereld is niet volledig waarneembaar, sensatie is de enige bron van kennis. Kenbaar zijn volgens Hegel de gedachte van de mens, zijn denken, geest en de absolute idee. Feuerbach betoogde dat het proces van cognitie precies begint met sensaties, maar sensaties vertegenwoordigen niet volledig de omringende realiteit en verder vindt het proces van cognitie plaats via perceptie.