Lijfstraffen lijken te bestaan sinds het begin van de menselijke samenleving. Handelingen die indruisten tegen de voorschriften van ouderlingen werden niet alleen bestraft met afkeuring. Om hulde te brengen aan de overtreder van sociale normen, werden geïmproviseerde middelen gebruikt: een zweep, een stok of een roede.
Staven als een manier van straf
Ongetwijfeld verdienen gedragsafwijkingen vaak straf. Van oudsher wordt fysieke druk uitgeoefend om overtreders recht te doen. Wie de regels en wetten negeerde, werd genadeloos gegeseld met stokken, touw of leren zwepen. Staven namen een speciale plaats in onder lijfstraffen.
Staven zijn flexibele en zeer dunne staven van bomen of struiken. Ze waren in bundels met elkaar verbonden, vaak aan elkaar gebonden. Met dit eenvoudige apparaat sloegen ze de schuldigen en kozen de meest gevoelige delen van het lichaam voor slagen. Tijdens en na zo'n geseling ervoer een persoon ernstig lichamelijk en geestelijk lijden, dat volgens de uitvoerders een positief opvoedkundig effect had en bijdroeg tot bekering. Om de straf effectiever te maken, werden de staven vaak vooraf geweekt in gezouten water, wat dit "gereedschap" extra flexibiliteit gaf.
Straf met staven: een geschiedenis van gebruik
Bestraffing met staven wordt al sinds de oudheid op grote schaal gebruikt. Dit wordt duidelijk bewezen door de bronnen waaruit wetenschappers informatie putten over de geschiedenis van het oude Griekenland en het oude Rome. Staven waren in het bijzonder in trek bij de opvoeders van het oude Sparta, waar de meesters van lijfstraffen een dergelijk apparaat op grote schaal gebruikten.
Er zijn verwijzingen naar staven in de Bijbel. Voor sommige overtredingen en zonden werden de Joden gestraft met geseling. Tegelijkertijd werd duidelijk een bepaald aantal slagen met staven gehandhaafd, afhankelijk van de ernst van de overtreding. In het Nieuwe Testament zijn er aanwijzingen dat de vervolgers van de apostelen hen genadeloos gegeseld en gestenigd met roeden (The History of the Rod, D. Bertram, 1992).
Geselen met hengels was vrij wijdverbreid in Europa tot het einde van de 19e eeuw, en zelfs langer in sommige landen. Staven werden gebruikt bij de opvoeding van ongehoorzame kinderen, als straf in de bestuurlijke en gerechtelijke praktijk. Ze sloegen ook de schuldige soldaten. In Rusland werd deze wrede procedure aan het begin van de vorige eeuw geannuleerd.
Tijdens de hoogtijdagen van lijfstraffen was geseling met roeden een symbool van autoritarisme. Niet alleen kinderen, maar ook respectabele, volwassen mannen waren bang voor de hengels. De markeringen op de rug en onder de taille zijn lange tijd niet genezen. En degene die lange tijd de educatieve invloed van het strafinstrument ervoer, behield in zijn geheugen het gevoel van fysieke pijn en morele vernedering die gepaard gingen met de straf.