Het concept van "generator" is zeer veelzijdig. Op verschillende gebieden van wetenschap en technologie worden er verschillende betekenissen aan gegeven. Daarom kunnen we alleen praten over wat generatoren zijn in de context van een bepaald onderwerp.
In brede zin worden generatoren opgevat als alle mechanische, elektrische en elektronische apparaten, machines en apparaten die producten (stoffen of energie) met gespecificeerde kenmerken produceren. Op verschillende wetenschapsgebieden, evenals op technische en industriële gebieden, zijn er gevestigde concepten van de term "generator".
In de chemische, maar ook in sommige andere industrieën worden vaak apparaten gebruikt die gassen produceren. Bijvoorbeeld een waterstofgenerator of een acetyleengenerator. Machines die stoffen omzetten in bepaalde aggregatietoestanden worden ook vaak generatoren genoemd. Bijvoorbeeld een stoomgenerator of een ijsblokjesmachine.
In de theoretische natuurkunde zijn er concepten over abstracte apparaten met ideale eigenschappen, bronnen of generatoren genoemd. Dit is bijvoorbeeld een gelijkstroomgenerator (de door hem opgewekte stroom is niet afhankelijk van de belastingsweerstand), een spanningsgenerator (EMF), een wisselstroomgenerator met een bepaalde amplitude en frequentie.
In de energiesector worden generatoren echte machines en eenheden genoemd die elektrische energie produceren. Deze omvatten zowel wisselstroomgeneratoren (van fiets of auto tot stoom-gas- of hydroturbinegeneratoren bij elektriciteitscentrales) als gelijkstroom (galvanische cellen, Faraday-schijf, magnetohydrodynamische generatoren).
Signaalgeneratoren worden voornamelijk gebruikt in de elektronica. Ze zijn nodig om stromen met verschillende kenmerken (amplitude, frequentie, fase) en elektrische vormen in de circuits van de apparatuur te verkrijgen. Er zijn veel typische schema's van verschillende generatoren (enkele en multivibrators, sinusvormige oscillatoren, blokkeergeneratoren, enz.).
Bij het programmeren wordt een generator opgevat als een programma of een deel ervan (een klasse met een reeks methoden, een procedure, een functie) dat datasets met de gewenste kenmerken creëert. Bijvoorbeeld een pseudo-willekeurige nummergenerator of een documentatiegeneratorprogramma (zoals Doxygen).