Van tijd tot tijd worden tientallen walvissen op de kusten van de oceaan gegooid. En ondanks de inspanningen van de reddingswerkers sterven velen van hen. De redenen voor dit gedrag van dieren kunnen van veel factoren afhangen.
De eerste reden kan worden genoemd de veranderingen die plaatsvinden met het klimaat. Oceaanstromingen brengen te koud water van Antarctica en dieren moeten in ondiep water zwemmen om zich op te warmen. De volgende reden is de vervuiling van de wereldzeeën met olieproducten en radioactief afval. Daarnaast wordt polyethyleen vaak aangetroffen in de ademhalingsorganen van dode walvissen. Ziekte bij walvissen wordt ook beschouwd als een van de redenen waarom zoogdieren aanspoelen. Het verslaan van belangrijke organen van dieren, die optreedt als gevolg van de destructieve activiteit van parasieten, kan tot dit gedrag leiden. En er is ook een versie volgens welke de hele kudde lijdt vanwege de geestesziekte van de leider. Een andere reden is de wederzijdse hulp van de walvissen. Deze dieren streven er altijd naar hun familieleden te helpen, en als een van de leden van de roedel in ondiep water komt, geeft de rest signalen voor hulp. Maar vaak leidt de redding van een familielid ertoe dat ook de rest van de walvissen in de problemen komt. Een andere theorie is dat er te veel walvissen zijn, wat leidt tot zelfvernietiging. Dankzij dergelijke acties blijft het aantal zoogdieren altijd binnen de door de natuur gestelde grenzen. Verlies van oriëntatie kan ook een van de redenen zijn waarom walvissen in ondiep water terechtkomen. Een geomagnetisch obstakel in de oceaan verstoort het interne "kompas" van de walvissen, waardoor ze op een dwaalspoor raken en hun navigatievermogen volledig verliezen. Het geluid van passerende onderzeeërs maakt de walvissen doof. Als gevolg hiervan daalt de externe druk en treedt decompressieziekte op, waardoor de dieren niet meer in de oceaan navigeren en vervolgens aan de wal worden gegooid. Bovendien schrikt het harde geluid de walvissen af en dwingt hen om dicht bij het wateroppervlak te blijven.