Traditioneel wordt oker een geelbruine kleur genoemd. Artistieke verven in okertinten werden veel gebruikt door renaissanceschilders om hun doeken te schilderen. Zo'n aantrekkelijk palet verscheen bij mensen dankzij het natuurlijke materiaal met dezelfde naam.
Oker en zijn variëteiten
Oker is een familie van natuurlijk voorkomende aardse pigmenten die ijzeroxide bevatten als de belangrijkste kleurstof. Verschillende soorten oker worden gewonnen uit natuurlijke afzettingen van klei of zanderige kleimineralen. De kleurstof wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan kleuren en tinten, waaronder geel, donkeroranje, bruin, rood, violet.
Moderne okerpigmenten worden vaak gemaakt met synthetisch ijzeroxide.
De kwaliteit van natuurlijke oker wordt beïnvloed door verschillende factoren: het aandeel klei en ijzeroxide, de aanwezigheid van kleurelementen in de compositie en de omstandigheden in het gebied. Geel- of goudoker bevat gehydrateerd ijzeroxide, ook wel limoniet genoemd. In deze stof interageert ijzer vrijelijk met water. Gedeeltelijk gehydrateerd ijzeroxide - goethiet - geeft het pigment een bruine kleur.
Op plaatsen waar de grond erg droog is, zal oker een rode kleur hebben, waardoor het watervrij ijzeroxide - hematiet krijgt. Violet oker is bijna rood in zijn chemische eigenschappen, maar de tint wordt bepaald door de diffractie van licht veroorzaakt door de grote gemiddelde deeltjesgrootte van de stof.
Als een natuurlijk mineraal onder invloed van temperatuur opwarmt, wordt het dikker en dichter. In dit proces wordt limoniet of goethiet gedehydrateerd en omgezet in hematiet, en geel of bruin oker wordt rood.
Extractie en gebruik van oker
Archeologisch onderzoek toont aan dat oker al lang voor onze jaartelling veel werd gebruikt als kleurstof, cosmetica, bescherming tegen uitdroging van de huid en tegen insecten, maar ook voor religieuze doeleinden. In 1780 ontwikkelde de Franse wetenschapper Etienne Astier een industriële methode om oker te verkrijgen, die in de loop van de tijd werd verbeterd.
Ruwe klei, die wordt gewonnen in mijnen en steengroeven, bestaat voor 80-90% uit vuursteenzand. Om er okerdeeltjes van te scheiden, worden de grondstoffen in verschillende fasen gewassen en vervolgens gedroogd. Om een rood pigment te verkrijgen wordt de massa blootgesteld aan een temperatuur van 800-900°C. Na afkoeling wordt oker gemalen tot 50 micron, gesorteerd op kwaliteit en kleur en verpakt.
Om de vereiste kleuren te verkrijgen, is het noodzakelijk om verschillende soorten oker te mengen die zijn verkregen uit verschillende ertsen.
Moderne grote producenten van oker zijn gevestigd in de VS, Frankrijk en enkele andere Europese landen. Dit natuurlijke pigment wordt in de bouw gebruikt om kleur toe te voegen aan afwerkingsmengsels, in de landbouw wordt het toegevoegd aan meststoffen. Omdat oker niet giftig is, wordt het aangetroffen in artistieke olieverf en cosmetica. Ze speelt een belangrijke rol in het schilderen van aardewerk en keramiek, in de decoratie van gebouwen. Ook wordt gekleurd zand gebruikt dat overblijft bij de productie van oker: elektriciteits- en telefoonmaatschappijen vullen er loopgraven mee.