Elektrisch booglassen, dat veel wordt gebruikt in de moderne productie, dankt zijn uiterlijk aan Russische wetenschappers en elektrotechnici. In 1902 ontdekte academicus V. Petrov tijdens experimenten dat wanneer een elektrische stroom tussen twee koolstofelektroden werd geleid, een oogverblindende boog werd gevormd, die een zeer hoge temperatuur had. Dit effect is toegepast bij booglassen.
Booglassen: eerste ervaringen
Russische academicus V. V. Petrov, die als eerste het optreden van een elektrische ontlading tussen twee geleiders beschreef, bestudeerde het fenomeen dat hij ontdekte zorgvuldig. Hij suggereerde dat de warmte die tijdens dit proces vrijkomt, kan worden gebruikt om een grote verscheidenheid aan metalen te smelten. Dit was de eerste stap in de richting van het ontstaan van elektrisch booglassen, wat een uitstekende prestatie werd in de elektrotechniek.
De eerste pogingen om metalen met elkaar te verbinden door erop in te werken met een elektrische stroom werden in 1867 gedaan door een ingenieur uit de Verenigde Staten, Thomson. Hij nam twee stukken metaal en drukte ze stevig tegen elkaar, waarna hij een stroom van lage spanning, maar hoge sterkte, door dit systeem voerde. De randen van de onderdelen begonnen te smelten. De uitvinder moest op dit moment de verbinding smeden met een smidshamer, waarna ze werden verbonden.
Bijna tegelijkertijd probeerde de Duitse ingenieur Zerner een koolstofelektrode te gebruiken om metalen te verbinden. Hij plaatste de lege plekken horizontaal, waarna hij er elektroden naar toe bracht - twee aan elke kant. Nu was het nodig om een elektrische stroom door het hele systeem te laten lopen, waardoor het metaal erg heet werd. Maar de kruising moest nog extra worden verwerkt met een hamer, na het uitschakelen van de stroom.
De uitvinding van booglassen
Niettemin wordt Nikolai Nikolajevitsj Benardos met recht beschouwd als de grondlegger van de booglasmethode. De Russische uitvinder kwam als eerste met een idee, dat later de basis werd voor deze methode van metaalbewerking. In 1882 ontwierp en bouwde Benardos een apparaat waarmee het mogelijk was onderdelen kwalitatief te lassen in een wisselveld en in een gasstroom. Voor booglassen gebruikte hij koolstofelektroden.
Benardos ontdekte ook de methode van magnetische controle van een elektrische boog. Gaandeweg ontwikkelde de uitvinder technieken voor het effectief gebruik van flux en het automatiseren van het lasproces. Hij testte ook de methode van weerstandspuntlassen. Een aantal ontwerpoplossingen van Benardos werden door hem zowel in Rusland als in het buitenland gepatenteerd.
Een andere Russische ingenieur, Nikolai Gavrilovich Slavyanov, verbeterde de al eerder ontwikkelde booglasmethode. In feite deed hij een onafhankelijke uitvinding, waarbij hij voorstelde om geen koolstof, maar metalen elektroden te gebruiken. Slavyanov bouwde ook een lasgenerator en een systeem dat het mogelijk maakte om de lengte van de boog aan te passen. Technische oplossingen die in de praktijk door Russische uitvinders werden geïmplementeerd, vormden de basis voor een nieuwe lasmethode, die zijn betekenis in de moderne productie niet heeft verloren.