Intertekst is de dialogische interactie van essays, de correlatie van een bepaalde tekst met een andere, die zorgt voor de onthulling van de betekenis die nodig is voor de auteur. Dit is de belangrijkste methode en het type van het bouwen van een kunstwerk in het modernisme en postmodernisme. De essentie ligt in het feit dat de tekst is ontstaan uit herinneringen en citaten naar andere werken.
De originele versie van de "dialoog tussen teksten" is van de Russische filosoof en denker, de theoreticus van de Europese kunst Bakhtin Mikhail Mikhailovich. Tegenwoordig wordt intertekstualiteit actief gebruikt in literaire en wetenschappelijke teksten.
De opkomst van de term
De term intertekstualiteit werd in 1967 geïntroduceerd door de Franse onderzoeker en theoreticus van het poststructuralisme Julia Kristeva. Het werd gebruikt om de algemene eigenschap van teksten aan te duiden, bestaande uit de aanwezigheid van bepaalde relaties waardoor delen van de tekst naar elkaar kunnen verwijzen. Bovendien kunnen de links expliciet of impliciet zijn.
Het ontstaan van deze term en het ontstaan van de theorie juist aan het eind van de twintigste eeuw is niet toevallig. De ontwikkeling van de media, de toegenomen beschikbaarheid van kunst en massa-educatie hebben geleid tot een krachtige semiotisering van het menselijk leven.
Als het je lukt om met iets nieuws te komen, dan moet het nog steeds worden geassocieerd met wat eerder is uitgevonden. Als er geen sprake is van nieuwigheid, dan toont zo'n relatie de betrouwbaarheid van informatie, de betrouwbaarheid en validiteit ervan. Kunst en vele andere hedendaagse processen worden steeds intertekstueeler.
Vormen en functies
Er zijn drie hoofdvormen van intertekst:
1. Offerte. Dit is het hoofdformaat van moderne intertekstuele wetenschappelijke artikelen. Het vertegenwoordigt gemarkeerde fragmenten van eerder geschreven teksten.
2. Indirecte hervertelling. Er worden geen specifieke woorden en uitspraken gebruikt, maar alleen fragmenten en de hoofdbetekenis.
3. Achtergrondlinks naar een eerder gepubliceerd idee of theorie.
Intertekst functies:
1. Authentiek. Hiermee kunt u de exacte bron van de verklaring bepalen. Geeft de validiteit en betrouwbaarheid van de informatie aan.
2. Tekstvorming. Met Intertext creëer je een zinvolle basis voor het materiaal.
3. Informatief. Selecteert en draagt alle gegevens en informatie over.
De term intertekst wordt gebruikt om te verwijzen naar een constant evoluerend geheel van teksten dat bestaat op virtueel, ideaal of bibliotheekniveau.
In feite is elke tekst een intertekst, aangezien er geen informatie is die nog nooit eerder is genoemd of er in ieder geval geen verwijzing naar bestaat. Het materiaal is te vergelijken met een stof die is geweven uit eerder gebruikte citaten en uitspraken.