Er verschijnen voortdurend nieuwe stoffen in de schappen met een grote verscheidenheid aan eigenschappen. Maar soms is het nodig om uit te zoeken welk product van de textielindustrie u in handen heeft. Het type stof bepalen, zelfs zonder een chemisch laboratorium bij de hand te hebben, is heel eenvoudig.
Noodzakelijk
- - lucifers of een aansteker;
- - witte porseleinen schotel.
instructies:
Stap 1
Gebruik de eenvoudigste verbrandingstest om het type stof te bepalen. Hiervoor is een heel klein stukje stof of zelfs een paar draden van een onbehandelde snede voldoende.
Stap 2
Leg de vezels van de stof op een wit porseleinen schoteltje en steek het aan. Let op geur, brandsnelheid, vlamkleur en natuurlijk verbrandingsproducten.
Stap 3
Natuurlijke stoffen van plantaardige oorsprong (linnen en katoen) branden snel, bijna geurloos, net als papierbrandwonden. Na verbranding blijft er een beetje lichtgrijze as over.
Stap 4
Als je hebt vastgesteld dat er voor je linnen of katoen ligt, bekijk je de stof zelf van dichtbij. Lijnzaad heeft een gladder, glanzender oppervlak. Het draaien van de draden is niet zo soepel als bij katoen. Bovendien is de geur van verbrand papier sterker wanneer katoen wordt verbrand.
Stap 5
Natuurlijke wol rolt bij het branden op tot kleine balletjes. Wolvezels branden slecht, als je de vlam verwijdert, kan het licht helemaal uitgaan. Kenmerkend is een zeer scherpe onaangename geur van verbrande hoorn. Als je ergens mee wilt vergelijken, steek dan een paar van je haren in brand. In wezen is dit dezelfde wol.
Stap 6
Natuurzijde is ook een product van dierlijke oorsprong. Het brandt op dezelfde manier als wol - met een onaangename geur en sinteren in brosse kleine balletjes. Als een weefsel van natuurlijke zijde tegen het lichaam wordt gedrukt, warmt het zeer snel op, kunstzijde bezit deze eigenschap niet.
Stap 7
Kunststoffen smelten altijd bij verbranding en geven vaak sterke onaangename geuren af. Bovendien, als je een groot stuk stof in brand steekt, smelten de randen alsof ze smelten en vloeien ze zelfs naar beneden met gloeiende druppels.
Stap 8
Polyestervezels lijken qua eigenschappen sterk op wol. Ze worden vaak gevonden in de textielindustrie - lavsan, teryleen, dacron. Stoffen gemaakt van dergelijke vezels branden met een sterke uitstoot van roet; een zwarte bal smelt aan het uiteinde van de draad. Tijdens de verbranding ontstaan geen specifieke geuren.
Stap 9
Een andere grote groep vezels is polyamide. Deze omvatten nylon, nylon, dederon, silon. Al deze stoffen verbranden snel en produceren roet. Bij het branden worden bellen gevormd, die onmiddellijk barsten. Er komt een zoetige geur vrij. Na het vervagen blijft er een glazig donkerbruin bolletje over.
Stap 10
Gewone acetaatstoffen branden heel gemakkelijk. Tijdens het branden lijkt de smeltende bruine druppel te koken, en als de stof gedoofd is, wordt deze direct hard. Er komt een scherpe zure geur vrij.
Stap 11
Sportkleding, regenjassen, badkleding zijn gemaakt van polycrylonitrilvezels - nitron, orlon, drelon, wolfcrilon. Stoffen gemaakt van deze vezels smelten eerst en branden dan snel uit zonder een residu achter te laten met een felle vlam. Tijdens de verbranding is er geen geur.