In Russische velden en bossen zie je vaak een kleine gele bloem die bekend staat als boterbloem. Het groeit meestal in gebieden met een hoge luchtvochtigheid, in moerassen en op rivieroevers. Dit is een heel mooie bloem, maar de naam die wordt geassocieerd met het woord "felle" verontrust velen.
De belangrijkste versies van de oorsprong van de naam van de bloem
Er zijn twee versies van de oorsprong van de naam van de bloem. De eerste is in handen van biologen. Volgens haar komt de naam van het Latijnse luteus, wat "geel" betekent. De tweede versie is veel interessanter. Het punt is dat in het oude Rusland het woord "fel" de betekenis had van "giftig" of "brandend".
Boterbloemensap is echt scherp en giftig. In geen geval mag hij zelfs in kleine wonden, schrammen en snijwonden komen. Maar, zoals vaak gebeurt, is het
In sommige gebieden wordt een van de variëteiten van de bloem - "bijtende boterbloem" - "nachtblindheid" genoemd. Er wordt aangenomen dat onoplettende kippen er blind van kunnen worden, en mensen, als het sap van een bloem per ongeluk in hun ogen komt, zien ook een tijdje niet meer. Trouwens, bijtende boterbloem heeft met succes klinische proeven doorstaan als een behandeling voor huidtuberculose.
Legenden en mythen over boterbloem
De schijnbaar onopvallende bloem is bedekt met talloze mythen en legendes. De oude Grieken en Romeinen beschouwden hem als een symbool van onvriendelijke grappen en soms zelfs van waanzin. Interessant is dat hij tegelijkertijd diende als het embleem van de oorlogsgod Ares of Mars. In Rusland was de boterbloem een heilige bloem van de belangrijkste Slavische godheid - de formidabele heerser van donder en bliksem Perun. Daarom had hij een tweede naam, die in het moderne Russisch klinkt als "donderende bloem".
Er kwam een mythe uit het oude Griekenland, volgens welke de godin Latona (de toekomstige moeder van Artemis en Apollo), die probeerde te ontsnappen aan een enorme slang die door een jaloerse held naar haar was gestuurd, boos was op de inwoners van een van de dorpen, waar ze kreeg niet alleen geen onderdak, maar mocht zelfs geen water drinken… De beledigde godin veranderde ze in kikkers en dreef ze het struikgewas van boterbloemen in. Misschien is dat de reden waarom de apotheeknaam van de bloem klinkt als Ranunculus, wat kan worden vertaald als "kikker".
Maar volgens de christelijke legende verborg Satan zich tussen de boterbloemen voor de aartsengel Michaël, daarom werd de bloem slecht, d.w.z. "Krachtig".
Het volgende verhaal wordt ook verteld. Naar verluidt wilde een rijke en hebzuchtige koopman zijn dochter niet aan een geliefde trouwen, omdat hij geen geld had. De bedroefde schoonheid gooide de door haar gehate gouden munten op de grond en ze veranderden in boterbloemen. Sindsdien wordt aangenomen dat wie een boterbloem vindt, plotseling rijk kan worden. Deze bescheiden weidebloem is dus lang niet zo eenvoudig als het lijkt.