Oceanische wateren zijn het geheel van water als een hulpbron in de wereldoceaan. Het bestaat uit de Stille, Atlantische, Arctische en Indische Oceaan. Het zoutgehalte wordt gemeten in duizendsten, anders worden ze ppm genoemd.
instructies:
Stap 1
Het gemiddelde zoutgehalte van de wereldoceaan is 35 ppm - dit cijfer wordt meestal in statistieken genoemd. Iets nauwkeurigere waarde, zonder afronding: 34, 73 ppm. In de praktijk betekent dit dat er ongeveer 35 g zout moet worden opgelost in elke liter theoretisch oceaanwater. In de praktijk varieert deze waarde nogal, aangezien de Wereldoceaan zo groot is dat de wateren erin niet snel kunnen vermengen en een ruimte vormen die homogeen is in termen van chemische eigenschappen.
Stap 2
Het zoutgehalte van de oceaan hangt af van verschillende factoren. Ten eerste wordt het bepaald door het percentage water dat verdampt uit de oceaan en de neerslag die erin valt. Als er veel neerslag is, neemt het niveau van het lokale zoutgehalte af, en als er geen neerslag is, maar het water intensief verdampt, dan neemt het zoutgehalte toe. Daarom bereikt het zoutgehalte van het water in de tropen in bepaalde seizoenen recordwaarden voor de planeet. Het zoutste deel van de oceaan is de Rode Zee, met een zoutgehalte van 43 ppm.
Stap 3
Bovendien, zelfs als het zoutgehalte op het oppervlak van de zee of oceaan fluctueert, hebben deze veranderingen meestal geen invloed op de diepe waterlagen. Oppervlakteschommelingen overschrijden zelden 6 ppm. In sommige gebieden neemt het zoutgehalte van het water af door de overvloed aan verse rivieren die in de zeeën stromen.
Stap 4
Het zoutgehalte van de Stille en Atlantische Oceaan is iets hoger dan de rest: het is 34, 87 ppm. De Indische Oceaan heeft een zoutgehalte van 34,58 ppm. Het laagste zoutgehalte bevindt zich in de Noordelijke IJszee en de reden hiervoor is het smelten van poolijs, dat vooral intens is op het zuidelijk halfrond. De stromingen van de Noordelijke IJszee beïnvloeden ook de Indische Oceaan, waardoor het zoutgehalte lager is dan dat van de Atlantische en Stille Oceaan.
Stap 5
Hoe verder van de polen, hoe hoger het zoutgehalte van de oceaan, om dezelfde redenen. De zoutste breedtegraden zijn echter 3 tot 20 graden in beide richtingen vanaf de evenaar, niet de evenaar zelf. Soms wordt van deze "banden" zelfs gezegd dat het zoutgehaltes zijn. De reden voor deze verdeling is dat de evenaar een zone is van constante zware stortregens, die het water ontzilt.