Een microscoop is een apparaat waarvan het belangrijkste doel is om vergrote beelden te verkrijgen die niet met het blote oog kunnen worden gezien. De naam van het apparaat komt van de Griekse woorden die zich vertalen als "klein" en "kijken".
instructies:
Stap 1
De eerste vermelding van microscopen dateert uit 1950. Het is ontwikkeld in Nederland in de stad Middelburg. De eerste microscopen waren natuurlijk optisch en lieten geen hoge mate van beeldvergroting toe. Microscopie is de algemene naam voor technologieën die het mogelijk maken om microscopen te maken en te gebruiken.
Stap 2
Het belangrijkste kenmerk van een microscoop is de resolutie. Het beschrijft het vermogen van dit apparaat om een beeld van hoge kwaliteit weer te geven van twee punten van een object die zich dicht genoeg bij elkaar bevinden. In principe hangt de resolutie af van de golflengte van de straling die in de microscopie wordt gebruikt.
Stap 3
Er zijn vijf hoofdtypen microscopen: optische, elektronische, scanningsonde, röntgenstralen en differentieel interferentiecontrast. Dit principe is gebaseerd op het verschil in resolutie van de beschreven typen. De kleinste vergroting kan worden verkregen met een optische microscoop. De geschatte minimale afstand tussen aangrenzende punten is 0,2 m.
Stap 4
De creatie van een elektronenmicroscoop is een echte doorbraak geworden in de studie van kleine objecten. Deze apparaten maken de studie van deeltjes mogelijk, waarvan de afstand 0,1 nm bereikt. Een ander voordeel van dergelijke microscopen is de gemakkelijke omzetting van de meetwaarden van het instrument in een voor het menselijk oog toegankelijk beeld. Opgemerkt moet worden dat een elektronenmicroscoop een nogal omvangrijke en complexe structuur is, waardoor dit apparaat in veel situaties niet kan worden gebruikt.
Stap 5
De resolutie-indicatoren van röntgenmicroscopen liggen tussen die van elektronische en optische apparaten. Hun werkingsprincipe is om röntgenstralen te gebruiken om de toestand van objecten te beoordelen.