In overeenstemming met de huidige regels voor de technische werking van elektrische installaties in apparaten tot 1000 V, is het noodzakelijk om de weerstand van de "fase-nul"-lus te meten om de gevoeligheid van de beveiliging voor kortsluiting te regelen. Hiervoor worden apparaten met verschillende aansluitschema's, nauwkeurigheid en toepassingsgebied gebruikt.
Het is nodig
- - meetinstrumenten;
- - project documentatie.
instructies:
Stap 1
Bekijk vooraf de ontwerpdocumentatie en eerdere metingen en systeemtesten.
Stap 2
Selecteer en bereid instrumenten voor voor het bewaken of meten van parameters van aardingsapparatuur. Het kan een M-417-weerstandsmeter, een EKO-200-spanningsmeter en een EKZ-01-apparaat zijn. Hoge meetnauwkeurigheid wordt gegarandeerd door het gecombineerde gebruik van een ampèremeter en een voltmeter.
Stap 3
Bepaal de controle elektrische ontvangers voor het testen. Metingen moeten worden uitgevoerd op de meest afgelegen apparaten, waarbij ten minste 10% van hun totale aantal wordt toegewezen.
Stap 4
Gebruik de formule Z = Z1 + Z2 / 3 voor berekeningen, waarbij
Z is de weerstand van de "fase-nul"-lus;
Z1 is de totale weerstand van de lusdraden;
Z2 is de weerstand van de voedingstransformator.
Voor koperen en aluminium geleiders moet de lusweerstand ongeveer 0,6 ohm / km zijn.
Stap 5
Als u de weerstand van de "fase-nul" -lus (Z) kent, bepaalt u de stroom van een enkelfasige aardfout: I = U / Z. Als uit de berekeningen volgt dat de frequentie van het circuit meer dan 30% hoger is dan de toegestane parameters van de beveiligingswerking die is vastgesteld door de regels voor elektrische installaties, voer aanvullende metingen van kortsluitstroom uit met het EKZ-01-apparaat.
Stap 6
Koppel bij gebruik van de ampèremeter-voltmetermethode de te testen elektrische apparatuur los van het lichtnet. Meet met AC via een step-down transformator. Om te meten, moet u een kunstmatige kortsluiting maken van een van de fasedraden naar het lichaam van de elektrische ontvanger, geleid door het aansluitschema (zie Fig. 1).
Stap 7
Controleer de meetstroom I nadat de spanning U op de elektrische ontvanger is aangelegd. Het moet minimaal 15-20 A zijn. Bepaal de lusweerstandswaarde met behulp van de formule Z = U / I. Tel de resulterende Z-waarde rekenkundig op bij de berekende weerstandswaarde van een van de fasen van de werkende transformator. Formaliseer de meetresultaten in de vorm van uitvoerende documentatie.