Soms merken sommige mensen dat nadat de regen voorbij is, het water in de zee, rivier of in een waterlichaam warmer wordt. Dit fenomeen heeft, net als vele andere, zijn eigen verklaring.
Uitleg vanuit fysiek oogpunt
Na een stortbui of zelfs een lichte regen lijkt het alsof het water in het reservoir is opgewarmd. Het punt is dat als het regent, de omgevingstemperatuur behoorlijk sterk daalt. Zoals uit de natuurkunde bekend is, is bij gasvormige stoffen de afstand tussen atomen iets groter dan de stralen van deze atomen. In tegenstelling tot gas is in water de afstand tussen atomen en hun stralen ongeveer gelijk. Fysiek gezien kunnen we hieruit concluderen: het is veel gemakkelijker en sneller om de luchttemperatuur te veranderen dan om de watertemperatuur te veranderen. Hieruit volgt dat wanneer het buiten kouder wordt tijdens de regen, het water in de zee of in de rivier merkbaar langzamer afkoelt. Het duurt 24 uur om de watertemperatuur te verlagen.
Je kunt ook opmerken dat zout zeewater qua dichtheid zoet rivierwater overtreft. Dit betekent dat het water in de zee nog langzamer afkoelt dan in rivieren.
Het blijkt dat vanuit natuurkundig oogpunt water niet warmer wordt, maar zijn temperatuur behoudt. Dus waarom heeft iemand dan het gevoel dat het water in de zee warmer is geworden?
Verklaring in termen van menselijke fysiologie
Omdat de natuurkunde bewijst dat de watertemperatuur niet verandert, betekent dit dat het hele ding in de persoon zelf zit, namelijk in het verschil in de temperatuur van het menselijk lichaam en water. Als de zon buiten schijnt, is het weer warm en rustig, het menselijk lichaam warmt snel genoeg op.
Het verschil in lichaams- en watertemperatuur is voelbaar. Daarom lijkt het voor een persoon dat het water koud is.
Als de regen voorbij is, wordt het buiten kouder, in de regel waait de wind en verschuilt de zon zich achter de wolken. De lichaamstemperatuur van een persoon komt dichter bij de temperatuur van het water en daarom voelen mensen bij het binnenkomen van de zee dat het water iets warmer is geworden. Maar in feite heeft het water zijn temperatuur behouden en is de temperatuur van het menselijk lichaam lager geworden.
Een vergelijkbare situatie is met zwemmen in een ijsgat, vooral na een bad. Wanneer een persoon gestoomd naar buiten komt, heeft hij het koud. Water behoudt zijn vloeibare aggregatietoestand bij nul of boven nul. Dat is de reden waarom mensen, als ze in het ijsgat springen, de vreselijke kou niet voelen, omdat het buiten nog kouder is.
Nu kunnen we al het bovenstaande gemakkelijk samenvatten. Na regen wordt het water in de zee niet warmer. Het verandert zijn temperatuur helemaal niet, en een persoon voelt alleen het verschil in de temperatuur van zijn lichaam en de temperatuur van het water in de zee. Hoe kouder het lichaam, hoe warmer het water in elk waterlichaam verschijnt.