Het complex van onregelmatigheden van het vaste aardoppervlak, reliëf genoemd, heeft sinds de tijd van het verschijnen van de mens invloed gehad op alle soorten menselijke activiteit, inclusief de economische productie. De aanleg van kunstwerken, de winning van natuurlijke hulpbronnen en de ontwikkeling van wegeninfrastructuur zijn afhankelijk van het terrein.
Het reliëf van de planeet is divers - van hoge bergen tot brede vlaktes. Net als alle andere componenten van de natuur verandert het reliëf voortdurend. Moderne reliëfvormende processen zijn onderverdeeld in intern (endogeen), veroorzaakt door bewegingen van de aardkorst, en extern (exogeen).
Reliëf in de geschiedenis van de mensheid
Sinds de oudheid gebruikt de mens grotten en schuren voor permanent parkeren. De jacht werd uitgevoerd op steile rivierhellingen of karstmassieven.
In het stadium van de vorming van de oudste staten gebruikten mensen reliëfvormen als verdedigingsvestingwerken. Meer dan een dozijn forten, gemaakt in overblijfselen van reliëfvormen, scheidden bijvoorbeeld Opper-Egypte van Nubai.
In de Middeleeuwen is de koppeling van landbouwactiviteit aan het reliëf duidelijk te traceren. Landbouw en veeteelt waren wijdverbreid in de vlakke gebieden.
Verlichting in economische activiteit
Op de vlakten is het gemakkelijker om het land te bewerken en vee te laten grazen. Het uitoefenen van economische activiteiten in de bergen was veel moeilijker en extremer. Dit komt door het moeilijke terrein en klimaat. Daarom zijn bergachtige gebieden minder ontwikkeld dan vlakke. Het aantal menselijke activiteiten in moeilijk terrein was vrij beperkt. Er werden voornamelijk minerale en waterkrachtbronnen gebruikt.
In moderne omstandigheden, met de groei van menselijke technische mogelijkheden, speelt dit kenmerk van het bergachtige reliëf niet langer zo'n grote rol. De mens heeft geleerd het reliëf te veranderen - de Baikal-Amur Mainline wordt bijvoorbeeld door zeven hoge ruggen gelegd (Baikalsky, Bureinsky, Kadarsky, enz.). Voor de aanleg van de snelweg werd een netwerk van tunnels door de rotsen gelegd.
Geleidelijk krijgt het berggebied nieuwe functies: productie, sport, toerisme, gezondheid.
Historisch gezien woont het grootste deel van de bevolking in vlakke gebieden. In de uiterwaarden en laaglanden is het gemakkelijker om te boeren, bouwwerkzaamheden uit te voeren, wegeninfrastructuur te ontwikkelen en mineralen te winnen.
Bij het uitvoeren van alle soorten werk in omstandigheden van vlak reliëf, is het vereist om minder middelen (menselijk en materieel) te gebruiken dan in omstandigheden van bergachtig reliëf.