Naaimachines zijn ontworpen voor het naaien van kledingstukken. Ze worden veel gebruikt in het dagelijks leven, maar ook in de kleding-, schoenen- en breigoedindustrie van de lichte industrie. De naaimachine bestaat uit verschillende hoofdonderdelen en mechanismen, verenigd door ontwerpgedachte onder één lichaam. Elk van de mechanismen heeft zijn eigen naam en doel.
Operatie principe
Een dubbele draadsteek ontstaat door twee draden aan elkaar te weven. Op de kruising van de draden, in de dikte van de stof, wordt een knoop gevormd. De bovendraad wordt door het oog van de naald geregen en wordt de bovendraad genoemd. De onderdraad wordt uit de spoel in het spoelhuis getrokken en wordt daarom de onderdraad genoemd.
Naaimachines worden geclassificeerd volgens het type draadweefsel in de steek. Aparte machines die kettingsteek en stiksteek produceren. Het meest populaire huishoudmodel is een ontwerp met één naald waarmee u een rechte stiksteek kunt naaien. De belangrijkste elementen van een dergelijke machine zijn de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de werking van de naald, de beweging van de stof, de werking van de draadopname en de shuttle. De naaimachine is zowel mechanisch als elektrisch te bedienen.
De werking van het naaldmechanisme zorgt ervoor dat de naald heen en weer beweegt. Samen met de naald maakt de draad deze beweging. Oudere naaimachines zijn uitgerust met een mechanisme dat een oscillerende beweging produceert in plaats van een heen en weer gaande beweging. Als gevolg van de werking van het mechanisme wordt het materiaal doorboord, de bovendraad wordt door het resulterende gat geleid, de draad creëert een lus.
Dan treedt het pendelmechanisme in werking. Het grijpt de lus en wikkelt deze om de draadhouder. De draadopname vangt de draad op onder de steekplaat, verwijdert deze van de haak en creëert een steek. De stof wordt voortgestuwd door het motormechanisme van de stof.
Een beetje geschiedenis
De naaimachine werd uitgevonden in de tweede helft van de 18e eeuw. De ontwerpers probeerden een machine te maken die precies een handsteek zou kopiëren. De zaken gingen vooruit toen Madersperger een naald uitvond met een gat aan de onderkant aan de punt. Nadat ze zo'n naald hadden ontvangen, begonnen de onderzoekers te werken aan de vervaardiging van een nieuw apparaat. Het eerste patent voor een naaimachine met een horizontale naald werd in 1845 verkregen door ingenieur Howe.
De naaimachine kwam tot zijn recht in 1850, toen de uitvinders Wilson, Singer en Gibbs, afzonderlijk werkend, dezelfde ontdekking deden door de stof op een horizontaal platform te plaatsen en de naald een verticale positie te geven. De moderne industrie produceert verschillende soorten naaimachines voor zowel huishoudelijk als industrieel gebruik. Afhankelijk van het ontwerp "weten" de machines hoe ze onderdelen moeten slijpen, de randen van producten moeten afwerken, knopen moeten naaien en decoratieve naden moeten maken.