De basis van het ontwerp van elk schip is de romp. Als je mentaal een denkbeeldig verticaal snijvlak in het midden van de romp tekent, wordt het schip in twee delen verdeeld - voor en achter. Structurele elementen van de boeg van het schip hebben hun eigen functies en namen.
Voorkant van het schip
Als u het schip in profiel bekijkt, kunt u de omtrek en romplijnen evalueren. Het vat zelf is een frame, een set genoemd, en een huid. De bodykit dient om de hele structuur te verstevigen. Het vormt ook het uiterlijk van het schip, zijn contouren. Te zien is dat het vaartuig in het voorste (boeg)deel een bijzondere vorm heeft. De boeg van het schip is speciaal spits gemaakt zodat het schip bij het door de waterkolom bewegen minimale weerstand van de omgeving ondervindt.
Het voorste uiteinde van het schip wordt in maritieme terminologie de boeg genoemd. Op zijn locatie is het tegenover de achtersteven. De boeg van het schip heeft meestal een langwerpige vorm, versmald vanaf de zijkanten. Zijn functie is om de golven af te snijden die de snelle beweging van het vaartuig belemmeren. Deze eigenaardige vorm van de boeg past het best bij de bedrijfsomstandigheden van het schip.
Elementen van de boeg van het schip
De boeg van het schip heeft een complexe structuur. Het is zo ontworpen dat de weerstand tegen waterelementen wordt geminimaliseerd. Helemaal aan het einde van de boeg van de zeilboot zit een steel. Dit is een dikke staaf, die een soort voortzetting is van de kiel. Op de plaats waar de steel tot aan de waterlijn komt, wordt vaak een metalen plaat geplaatst, die "groen" of "watersnijder" wordt genoemd.
In de oudheid werden ornamenten op de boeg van zeilschepen meestal geplaatst in de vorm van figuren - rostra, die een decoratieve functie vervulden. Dergelijke afbeeldingen maakten het schip niet alleen aantrekkelijker, maar gaven oorlogsschepen vaak een angstaanjagende uitstraling. Romeinse oorlogsschepen hadden, in plaats van decoratieve figuren, vaak enorme stormrammen voorop, waarmee de neus eindigde.
Dekelementen aan de voorkant van het schip hebben ook hun eigen naam. De boegruimte van het bovendek van het schip wordt "tank" genoemd. Op een zeilschip begint de tank bij de voormast en eindigt bij het voorste uiteinde van het schip. Soms heeft het schip een verhoging op het dek in het voorste gedeelte - een bak. Dit constructie-element kan tot de helft van de gehele lengte van het vaartuig in beslag nemen. Aan de voorzijde van het dek is tuigage- en afmeerapparatuur geïnstalleerd.
In het gebied van de boeg heeft de scheepsromp een versterkte structuur. De set hier is duurzamer en frequenter, en de behuizing is van aanzienlijke dikte en sterkte. Dit wordt gedaan zodat het schip de mogelijkheid heeft om vol vertrouwen tegen de wind en sterke golven in te varen. Ook bij het aanraken van de ligplaats op het moment van aanmeren is een sterke boeg nodig. In alle zwemomstandigheden neemt de neus de hoofdbelasting van de externe omgeving op zich, daarom zijn de vereisten voor het ontwerp altijd strenger.